Bijzonder bij het oefenen met de Swiss-bal is dat bij het trainen van stabiliteit de inspanning geminimaliseerd wordt bij bewegen. Bij het uitvoeren van een stabiliteitstraining wordt altijd uitgegaan van een balanssituatie; evenwicht zonder kracht en zonder gebruik van de grote spiergroepen. Daardoor wordt er aanspraak gemaakt op het balancerend vermogen van de lokale spieren ( diepe / korte spieren) in het lichaam.
Waar het gaat om verbeteren van prestaties, motoriek en of houding, staat stabiliteit centraal. Vooral de stabiliteit van de romp is een waarborg voor beheerst bewegen. Een instabiele wervelkolom geeft mogelijk klachten op wervelkolomniveau, maar ook voor de periferie (armen / benen) is een stabiele wervelkolom een voorwaarde. Een goede schouder– of kniefunctie is ondenkbaar zonder de juiste coördinatieve ondersteuning vanuit centrum (wervelkolom).
Trainingsdoel is het verbeteren van:
- Propriocepsis (houdings- en bewegingsgevoel)
- Balans/evenwicht/stabiliteit
- Kracht
- Ontspanning
- Bewegingseconomie (met zo weinig mogelijk inspanning kunnen bewegen)
- Uithoudingsvermogen
Deze trainingsmethode laat zich uitstekend combineren met andere therapievormen waardoor deze methode een waardevolle aanvulling biedt op de behandeling.