Bij deze methode wordt gebruik gemaakt van een oefenbal (Swiss-bal). Bij het trainen met een bal wordt er een forse aanspraak gemaakt op het coördinatievermogen van de patiënt. Het houdings- en bewegingsgevoel wordt verbeterd. De patiënt leert weer te controleren. Op het moment dat een lichaam in balans is, heeft het de juiste houding. Het voordeel van deze methode is dat de patiënt een actieve houding aanleert, waarbij spieren symmetrisch (aan beide kanten van het lichaam) worden aangespannen. Vandaar dat deze methode in het bijzonder aan te bevelen is bij kinderen met een slechte houding of een scoliose (bocht in de wervelkolom). Ook bij volwassen biedt deze methode een goede uitgangspositie om te komen tot een betere houding en biedt ze de voorwaarden tot een optimale beweging.
